top of page

Wat een ervaren tekstschrijver in huis moet hebben

Elke opdracht is anders als het om tekstschrijven gaat. Wat steeds hetzelfde moet zijn, is het inlevingsvermogen in opdracht, opdrachtgever, doel en doelgroep.


95% van het totale volume aan communicatie is verbale communicatie. Schriftelijk of mondeling. Online of in print. HetĀ is magisch om te zien dat we met slechts 26 letters een oneindig aantal boodschappen kunnen produceren en begrijpen. Maar er is wel een verschil tussen mondelinge en schriftelijke communicatie.




Wat een ervaren tekstschrijver moet kunnen; 1001
Veel meer mogelijkheden dan om een smiley in te zetten, heb je niet.


Smiley

In het geval van mondelinge communicatie maakt de directe interactie het nog mogelijk om bedoelingen te verduidelijken. In schriftelijke communicatie zul je ervoor moeten zorgen dat het verhaal voor zichzelf spreekt en de boodschap over komt zoals je bedoelt. Bedoel je iets anders dan wat je schrijft, dan kun je dat nog met een smiley duidelijk maken, maar meer smaken zijn er niet. Dat is ook precies de reden dat de wetenschap, de rechtspraak en de journalistiek graag met het geschreven woord werken: er staat wat er staat.



Informatiedichtheid

Nog een verschil tussen schriftelijke en mondelinge communicatie: op papier kun je een veel hogere informatiedichtheid aan. Dat is overigens online in mindere mate het geval, maar zelfs daar nog aanzienlijk meer dan wat je aan een gehoor kwijt komt. Dus voor een presentatie of speech zul je je altijd tot de hoofdlijn moten beperken.



Voor en na

En er is nog een groot verschil tussen mondelinge en schriftelijke communicatie. Vóórdat dat verhaal op papier staat, verkeert iedereen in de veronderstelling dat ze het met elkaar eens zijn hoe het verhaal eruit zou moeten zien. Maar zodra je dat verhaal dan expliciet gaat maken, blijkt iedereen er toch een eigen versie op na te houden. En hoe maak je daar dan de versie van waar iedereen zich in kan vinden? Dat is een kunst op zich en daar heb je verschillende varianten voor met elk een eigen nuance: de penvoerder, de ghostwriter, de redacteur, de tekstschrijver.



Storytelling en journalistiek

Aan de andere kant is er ook een overeenkomst: of je het over een schriftelijke of mondelinge vorm van communicatie hebt, je zult je verhaal op orde moeten krijgen. Dat betekent dat je een onderwerp moet weten aan te kaarten en op de agenda te zetten. Dat je de aandacht van je publiek weet te trekken en weet vast te houden. Of je dat nou met storytelling technieken doet of met journalistieke technieken of een combinatie daarvan. Kun je dat leren? Ja en nee. Er zijn er, die hebben het gewoon en er zijn er die leren het nooit. Daar tussenin kun je leren door te doen of -als het om position papers, adviesrapporten, Kamerbrieven en beleidsnota's gaat- door bij mij een cursus te volgen.



Waar je als tekstschrijver goed in moet zijn

  • Informatie verzamelen

  • Een invalshoek bedenken

  • Een perspectief kiezen

  • Rode draden ontdekken

  • Patronen zien

  • Een storyline aanbrengen

  • Een spanningsboog bouwen

  • Werken met verhaalelementen

  • Werken met journalistieke genres

  • Complexe onderwerpen vertalen;

  • Ergens chocola van maken;

  • Schrappen en samenvatten;

  • Puntjes op de i's zetten;

  • Weten wanneer je iets beter kunt verbeelden dan verwoorden.



Comentarios


bottom of page