De achttiende kameel
- Bob Duynstee
- 23 feb 2024
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 26 jun
Mijn vader vertelde mij dit verhaal toen ik een jongen was, niet ouder dan twaalf. Ik vond het destijds fascinerend: hoe kon dit? Het leek wel toveren. Maar mijn jongste broer die later wiskunde zou gaan studeren, wist dit verhaal haarfijn te ontzenuwen. Of moet ik zeggen: te onttoveren?

In de Arabische plaats Umut, de geboortegrond van sprookjes-van-1001-nacht, leefde eens lang geleden een oude man die wist dat zijn tijd gekomen was. Hij riep zijn drie zoons bij zich en verdeelde zonder veel omhalen zijn bezit.
De helft ging naar de oudste zoon,
De middelste zou ƩƩn-derde krijgen,
De jongste ƩƩn-negende van vaders bezit.
Ā
Toen de broers na de begrafenis bij elkaar kwamen, bleek hun vader hen zeventien kamelen nagelaten te hebben. Dat was onmogelijk te verdelen zo.
Alsof hij het erom gedaan had.
De middelste stelde voor dat de oudste genoegen zou nemen met acht kamelen in plaats van negen en dat de jongste, die met deze sleutel tenslotte de minste kamelen kreeg, er dan een extra zou krijgen. Maar de oudste vond dat de jongste daarmee mƩƩr zou krijgen dan hem toekwam en trouwens waarom nam de middelste dan geen genoegen met vijf kamelen in plaats van zes, want dan kreeg de jongste ook een kameel mƩƩr? Lang verhaal kort: ze kwamen er met 17 kamelen niet uit.
Ā
Net toen ze het begonnen te hebben over het halveren van een kameel, kwam er een man met een kameel aan de hand voorbij die het gekrakeel aanhoorde en voorstelde:
āNeemt dan mijn kameel en verdeelt uw vaders erfenis.ā
De broers die inmiddels al een tijdje hadden zitten rekenen, zagen meteen het nut van deze geste in en dankten de voorbijganger. Immers achttien kamelen vielen zo juist heel gemakkelijk te verdelen.Ā
Ā
De oudste kreeg er met de helft negen, de middelste met een-derde zes en ook de jongste was ingenomen met zijn twee kamelen. Maar hĆ©, nu bleef er opeens ƩƩn kameel over: 9 + 6 + 2 is immers 17. Huh? Terwijl de drie broers elkaar stomverbaasd aankeken, nam de voorbijganger zijn kameel weer bij de teugels en verdween met een glimlach stap voor stap achter een zandheuvel.Ā
Later heb ik wel eens gedacht om deze metafoor te gebruiken voor 1001, dat wij die voorbijganger met de achttiende kameel zijn: we lenen onze expertise en ervaring immers voor een tijdje uit en trekken dan weer verder. Ondertussen wordt het licht van de kaars niet minder als er andere kaarsen mee worden aangestoken...
ComentƔrios